Thel zondert zich echter af en klaagt over haar leven in onschuld. Ze raakt in gesprek met het lelietje-van-dalen, met de wolk, en met Vrouwe Klei, de moeder van de worm. Deze symbolische wezens bezingen de rijkdom van hun spirituele en fysieke leven. Hun levensvervulling en geluk vinden zij door zichzelf te geven aan anderen. Zij koesteren het moto: 'Alles wat leeft, leeft niet enkel voor zichzelf'.
Ms. Clay invites Thel to the sublunar, the world of experience. Thel enters through the northern gate of the mortals, similar to Homer’s Odyssee. There, she hears voices from the graves moaning about the difficulties of life, about betrayal and unfulfilled desires, about restrictions and Death. With this picture of doom held before her, the surprised Thel flies as an equal back to her pastoral world of imagination.
Lucien Posman composed Thel’s quest for soprano and ensemble in 2001.
In 1984 Karel Goeyvaerts 'Zum Wassermann' in de aanloop naar zijn opera 'Aquarius'. Hierin schetst hij hoe de mensheid als collectief, doorheen verschillende stadia van ervaring, op weg gaat naar het tijdperk van de Waterman, waar nieuwe en evenwichtige intermenselijke verhoudingen tot stand komen. Centraal in deze droom is de harmonie die ontstaat wanneer elk individu precies die plaats in het maatschappelijk geheel inneemt die in overeenstemming is met de ontwikkeling van de persoonlijke mogelijkheden.
Lucien Posman (°1952)
The Book of Thel (2001)
Karel Goeyvaerts (1923-1993)
Zum Wassermann (1984)
SPECTRA conducted by Filip Rathé
Emma Posman, soprano